Januari, een maand van terug- en vooruitblikken. Een bijzondere getuigenis in brief-vorm van een mama aan haar meisje, een eerste keer…
Lief meisje van me,
Voor alles is een eerste keer. En dus ook een eerste keer zonder jou. Het is nu bijna een jaar geleden dat ik je moest loslaten. We hebben bijna alle “eerste keren zonder” gehad, maar de ergste eerste keren zijn bewaard tot het laatste. De eerste keer Kerst vieren zonder jou. En morgen de eerste keer Nieuwjaar.
Aan de vooravond van Kerstmis ontdekte ik je bestaan. Ik herinner me dat moment nog alsof het gisteren was. En ook alle gevoelens en gedachten die door me heen schoten toen ik die twee streepjes zag. Alles wat daarna gebeurde, is een waas. Ik herinner me flarden. En die flarden komen een jaar later plots griezelig helder en haarscherp terug.
Ik herinner me hoe ik onmiddellijk van je hield. Zoals ik nog nooit van iemand gehouden heb.
Ik herinner me hoe ik je voor het eerst zag. Of beter, hoe ik je niet zag. Op een veel te vlug genomen echo door een vooringenomen “hulpverleenster” (ik krijg het woord niet over mijn hart zonder een vleugje sarcasme. Ze was allesbehalve dat.) die me er van probeerde te overtuigen dat jij een hoopje cellen was. Dat ik me niet moest laten tegenhouden door het idee dat je mijn kindje was. Dag op dag een jaar later heb ik opnieuw de woede gevoeld die ik voelde bij die uitspraken. De radeloosheid toen ik merkte dat je papa zich optrok aan haar woorden. De machteloosheid toen de “hulpverleenster” voorstelde om alvast een afspraak voor de ingreep vast te leggen. Afbellen kon altijd nog, was haar redenering. We belden niet af. En net als vorig jaar kijk ik elke dag ietsje meer op tegen die gevreesde datum. Alsof ik opnieuw op death row zit te wachten op het onvermijdelijke.
Maar eerst is het nog nieuwjaar. Op oudejaarsavond vorig jaar stond ik op een feest waar je papa moest werken. Mijn vrienden waren er ook. Ze wisten van niets en wensten mij alle goeds voor het nieuwe jaar. Ze zeiden dat het mijn jaar zou worden, want ik had het jaar voordien een rotjaar gehad. Ik verdiende beter. Ze wisten toen nog niet dat dit nieuwe jaar niet slechter kon beginnen. Ik herinner me dat ik ook op dat moment optimistisch was. Ik wist toen al dat ik je zou moeten laten gaan. Maar ik zei tegen mezelf “Over een jaar is alles anders.” Op één of andere manier verwachtte ik dat ik me over een jaar al een ander mens zou voelen. Ik heb een jaar gevochten en geprobeerd er elke dag het beste van te maken. Maar ook dit jaar heeft ons geen geluk gebracht. Alle argumenten waarom je er niet mocht zijn, gelden nog steeds en misschien zelfs harder dan vorig jaar. De situatie is er niet beter op geworden.
Het lijkt alsof ik op die noodlottige dag begin vorig jaar de eerste domme beslissing in een reeks van vele heb gemaakt. Alsof nadien alles is fout gelopen. Als een gevolg van wat er toen gebeurd is. Alsof ik gestraft wordt.
Soms wil ik dat ik terug kan gaan in de tijd.
Naar precies een jaar geleden. Naar dat moment waarop mijn vrienden zeiden dat het “mijn jaar” zou worden. En er ook voor zorgen dat het dat werd. Maar had ik de dingen dan anders gedaan? Jij bent er niet gekomen omdat we jou het beste wilden geven: een warm en zorgeloos gezinnetje om in groot te worden, met een mama èn een papa die naar je hadden uitgekeken. Oma’s en opa’s die je graag zouden zien komen. Ik wilde jouw papa niet veroordelen tot het vaderschap. Ik wilde jou niet veroordelen tot een van bij meet af aan moeilijk leven. Ik hou nog steeds zielsveel van je papa en van jou. En om die reden zou ik als ik terug kon gaan in de tijd, wellicht hetzelfde doen. Ook al doet het mij nog elke dag pijn.
Het afgelopen jaar was een rotjaar, maar ik moet blijven geloven dat ik er ondanks alles het beste van heb proberen maken. Dat ben ik verschuldigd aan de optimist in mezelf.
En dus zullen je papa en ik op nieuwjaar om middernacht tegen elkaar zeggen: dìt jaar wordt ons jaar. Dat kan niet anders. Je bent niet voor niks vertrokken. Je vader en ik gaan de puzzelstukjes leggen. Zodat we je kunnen geven wat je altijd hebt verdiend: de beste mama en papa van de wereld, in het beste gezinnetje van de wereld.
We moeten hier zelf door, maar niet alleen… we vonden steun bij enkele vertrouwelingen in onze eigen kring, bij Fara en bij lotgenoten of liever ‘Bondgenoten’.
We werken er aan, en we hopen allebei dat je bij ons terugkomt als we klaar zijn.
Ik herinner me hoe hard ik voor je gevochten heb. Hoe zeker ik was van mijn stuk. Op kerstdag zat ik aan de feesttafel met jou als mijn binnenpretje. Ik voelde me miserabel en moest alle moeite van de wereld doen om dat niet te laten merken, en tegelijkertijd voelde ik dat ik zweefde. “Over een jaar zitten we hier samen,” zei ik in gedachten tegen je. En ik stelde me voor hoe over precies een jaar aan diezelfde tafel zouden zitten. Met jou veilig in mijn armen, overstelpt door liefde van iedereen rondom ons. We zouden allebei stralen van geluk. Ik moet nog glimlachen als ik me dat beeld voor de geest haal. Maar het liep anders. Je was er niet deze kerstmis. En ik heb me nog nooit zo eenzaam, zo leeg, zo fundamenteel verdrietig gevoeld als deze periode. Ik mis je elke seconde van elke dag. En bijna niemand weet het. Niemand ziet het. Ik ben nog steeds alleen met jou, net zoals op Kerst een jaar geleden.
Er is voor alles een eerste keer. Wij hebben al veel eerste keren samen gehad, lief meisje van me. Eerste keren die ik niemand toewens, waarvan ik had gehoopt dat we ze nooit zouden moeten meemaken. Maar ik trek me elke dag op aan één gedachte, die ik wil blijven geloven. Om vooruit te kunnen. Onze mooiste eerste keren moeten nog komen.
Liefs,
Je mama
31 december 2017
Weet dan dat je bij Fara terecht kan. Wij zijn er voor je en brengen je graag in contact met andere 'Bondgenoten' via onze geheime facebookgroep.