Als ouders met een verstandelijke beperking een kind krijgen, rijzen er doorgaans vragen rond ‘verantwoord’ ouderschap. Maar wat met ‘goed genoeg’ ouderschap?
Uiteraard verdient elk kind een warme veilige thuis en alle ontwikkelingskansen. Maar ouders met een verstandelijke beperking verdienen het ook om vooraf een zo realistisch mogelijk beeld te krijgen over wat ouderschap inhoudt, met zijn mooie en moeilijke kanten.
IQ bepalend voor goed ouderschap?
- Het hebben van een licht verstandelijke beperking betekent niet per definitie dat die ouder geen goede opvoeder zou kunnen zijn.
- Uit onderzoek blijkt zelfs dat een laag IQ wel een risicofactor, maar geen bepalende factor is inzake ‘geslaagd’ ouderschap:
- Onder geslaagd wordt verstaan dat de opvoeding verliep zonder inmenging van een Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) of Jeugdrechtbank.
- Het is zo dat iemand met een gemiddeld of hoog IQ maar met een lage emotionele ontwikkeling meer kans maakt om opvoedingsproblemen te krijgen dan iemand met een lager IQ met sterke sociale en emotionele vaardigheden.
Vergroot de draagkracht
Het komt erop aan om zoveel als mogelijk in te zetten op factoren die ‘goed genoeg’ ouderschap stimuleren en de draagkracht van de betrokken ouders vergroten:
- Dè belangrijkste beschermende factor blijkt sociale steun, een warm betrokken en bereikbaar netwerk van steunende familie, vrienden als dat er al is. Het is dan ook goed om dit netwerk trachten te verbreden en versterken. Breng het in kaart en denk ook aan inschakeling van professionele steun (diensten zoals Begeleid Wonen, Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning, Kind en Gezin, …).
- Let wel, een te groot netwerk aan professionals maakt soms ook dat er met een te groot vergrootglas naar het betrokken gezin gekeken wordt vanuit risico’s beperken dan wel vanuit kansen geven. Een vertrouwd aanspreekpunt is dan doorgaans zeer helpend voor de ouders.
Realistisch zelfbeeld?
Daarnaast is het zinvol om te werken aan een realistisch zelfbeeld van de betrokken ouders:
- Ouders die hun eigen kunnen in ouderschapsvaardigheden overschatten, gaan ervan uit dat ze geen hulp nodig hebben of willen zich net bewijzen. Zij zullen steun dan eerder ervaren als bemoeienis.
- Ouders met daarentegen een realistisch zicht op de eigen mogelijkheden, beperkingen en groeipotentieel hebben, zullen meer bereid zijn om hulp te aanvaarden, zoals opvoedingsondersteuning.
Wat als het niet lukt?
Terecht zal er aandacht zijn voor de veiligheid van het betrokken kind, desnoods met vrijwillige of gedwongen pleegplaatsing tot gevolg. Zowel het het (moeten) afstand doen van hun kind en/of hoe ouders zijn op afstand, verdient ondersteuning. Dit is trouwens een belangrijke vorm van preventie om om een volgende zwangerschap te voorkomen, zonder dat de context veranderde.
De oefenbaby kan een manier zijn om de impact van een pasgeboren baby op het dagelijks leven in te schatten en zich zo goed mogelijk voor te bereiden op het jonge ouderschap. Contacteer Fara voor alle mogelijkheden en meer informatie over de ontlening van de real care baby.