Bij een prenatale screening krijg je altijd een kansberekening: de kans dat jouw kindje een bepaalde aandoening heeft. Sta samen met de arts of vroedvrouw niet alleen stil bij de cijfers, maar ook bij wat die voor jullie persoonlijk betekenen.
Bij een prenatale screening wordt de kans berekent dat de foetus een bepaalde aandoening heeft. Die kans kan groot of klein zijn. Maar men kan je nooit zeggen of je kindje een bepaalde aandoening heeft of niet heeft.
Kansberekening
Begrijpen wat een kans betekent is niet gemakkelijk. Het kan helpen om het getal op verschillende manieren voor te stellen. Een kans van 1/250 is bijvoorbeeld hetzelfde als 0,4 % of 4 op 1000. Dit betekent concreet dat je 1 kans op 250 hebt om een kindje te krijgen met die bepaalde afwijking. Maar het betekent ook dat je 249 kansen op 250 hebt om een kindje te krijgen dat deze bepaalde afwijking niet heeft.
1/200 vs 1/500?
Je kan de neiging hebben om te denken dat de kans groter wordt naarmate de noemer van het getal groter wordt (1/2000 versus 1/500). Nochtans is dit niet zo. Hoe groter de noemer van het getal, hoe kleiner de kans. Bijvoorbeeld: een kans van 1/2000 is 4 keer kleiner dan een kans van 1/500. Want in het eerste geval heb je 1 kans op 2000 dat je kindje deze aandoening heeft en bij een kans van 1/500 heb je 4 kansen op 2000 dat je kindje de aandoening heeft.
Soms helpt het om de kans die je krijgt visueel voor te stellen. Om de kans van 1/2000 visueel voor te stellen, kan je je een groot schoolbord voorstellen met 2000 stippen, waarop er 1 rode stip en 1999 witte stippen getekend staan. Deze rode stipt stelt de kans voor die je hebt om een kindje te krijgen met die bepaalde aandoening. Bij een kans van 1/500 (of anders 4/2000) zullen er 4 rode stippen zijn en 1996 witte.
Doorgaans spreekt men van een verhoogde kans op een aandoening als de kans groter is dan 1/250. Zo’n verhoogde kans wil zeggen dat jouw kans hoger ligt dan het gemiddelde over alle vrouwen heen.
Wie kan mij helpen?
- Heb je de resultaten van de test niet helemaal begrepen?
- Weet je niet wat je er mee aan moet?
- Twijfel je of je meer onderzoek wil laten doen?
- Weet je niet of je verder wil testen?
Vraag gerust meer uitleg aan je gynaecoloog, huisarts of vroedvrouw. Zij zijn er om het resultaat duidelijk uit te leggen.
Heb je het gevoel dat je te veel informatie ineens krijgt, vraag dan of je de informatie ook schriftelijk kan meekrijgen. Zo kan je thuis alles nog eens rustig bekijken. Vraag eventueel ook een tweede gesprek.
Sta samen met de arts of vroedvrouw niet alleen stil bij de cijfers, maar ook bij wat die voor jullie persoonlijk betekenen.
Ook bij Fara kan je terecht met al je vragen omtrent prenatale testen en testresultaten. We luisteren, geven je informatie en helpen om jouw vragen te verduidelijken voor het volgende consult bij jouw eigen arts.