Skip to main content

Wat zegt de wet over afbreking na diagnose?

De wet laat een zwangerschapsafbreking toe onder zeer strikte voorwaarden en maakt hierbij een onderscheid naargelang de termijn van je zwangerschap.

De wet maakt een onderscheid tussen een zwangerschapsafbreking voor en na 12 weken zwangerschap (of 14 weken wanneer je telt vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie). Ongeacht de zwangerschapsduur moet de keuze tot afbreking steeds schriftelijk bevestigd worden en moet er een bedenktijd van zes dagen in acht genomen worden eens de beslissing tot afbreking is genomen.

Minder dan 12 weken zwangerschap

Ben je minder dan 12 weken zwanger, dan kan je vraag tot zwangerschapsafbreking wettelijk beschouwd worden als een vraag naar een abortus om psychosociale redenen. In dat geval is enkel de toestemming van de zwangere vrouw nodig om tot afbreking over te gaan.

Meer dan 12 weken zwangerschap

Ben je meer dan 12 weken zwanger dan zijn de voorwaarden waaronder een zwangerschapsafbreking voor de wet is toegelaten strikter.

Dan moet de zwangerschap een ernstig gevaar inhouden voor de gezondheid van de vrouw of er moet vaststaan dat het kind dat geboren zal worden, zal lijden aan een uiterst zware kwaal die als ongeneeslijk wordt erkend op het ogenblik van de diagnose.’ Er wordt niet verder gespecifieerd wat er verstaan wordt onder ‘uiterst zware kwaal’.  Om hierover te oordelen moet je arts het advies inwinnen van een tweede geneesheer. Meestal wordt deze beslissing in teamverband genomen. In een aantal gevallen zal ze ook worden voorgelegd aan de ethische commissie van het ziekenhuis.

In België is er met andere woorden geen maximumtermijn gesteld tot wanneer een afbreking kan. In de praktijk wordt er gestreefd om – indien mogelijk -  vóór 24 weken zwangerschapsduur (de levensvatbaarheidsgrens)  de zwangerschap te stoppen.